Batumi, De spectaculaire trek van roofvogels
BATUMI, Georgië
De spectaculaire trek van roofvogels - Vogelreis reportage, September 2023
Inleiding
Batumi, een havenstad aan de Zwarte Zee in Georgië staat bekend bij de vogelliefhebbers als “the place to be” om de roofvogeltrek te aanschouwen. Batumi Raptor Count, afgekort BRC (https://www.batumiraptorcount.org) is een door Belgen opgestarte organisatie die zich inzet voor het monitoren en behoud van de meer dan 1 miljoen roofvogels die elk jaar, tijdens de migratie, via de zogenaamde “bottleneck” van Batumi overvliegen. Vanop twee telposten tellen de vrijwilligers de roofvogelmigratie tijdens de herfstrek. Uiteraard komen ook vele enthousiaste vogelaars naar Butami om dit fenomenale natuurspektakel te bewonderen. Wij dus ook. Met de reisorganisatie Starling, onder de begeleiding van de roofvogels specialist Bas De Ketelaere, trekken we met een groep van 10 enthousiaste vogelaars voor een week naar Batumi.
Na een lange reis van Brussel over Istanbul naar Batumi, komen we bij schemerdonker aan op Batumi Airport. Na de noodzakelijke douane- en politiecontrole kunnen we met ons busje naar onze guesthouse vertrekken, zo’n 10 km van het vliegveld. De guesthouse is gelegen in het gehucht Sakhalvasho (41°41’26.58”N 41°43’42.51”E). We worden door de gastfamilie Murman getrakteerd op een laat avondmaal met heerlijke Georgische gerechten en zelf gebrouwde wijn. Ondertussen is het al over 23 uur. Hoog tijd om naar bed te gaan, willen we morgen vroeg op post zijn bij de trektellers.
Zondag 3/09 – Trektelpost 1 Sakhalvasho
We worden gewekt door het gekwetter van een groep van zo’n 40 bijeneters die neerstrijken in de toppen van de bomen rond de guesthouse. Ook boerenzwaluwen en huiszwaluwen zijn talrijk aanwezig en hier en daar spotten we gekraagde roodstaart. Na het ontbijt wandelen we het steile pad op, naar de trektelpost 1, Sakhalvasho, van Batumi Raptor Count organisatie. (of ook genaamd Raptor Bird Watchpoint (41°41’04.08”N - 41°43’48.35”E). Als we aankomen op de telpost zijn de tellers reeds actief de wolkenhemel aan het afspeuren. De eerste overvliegende trekvogels zijn groepjes kiekendief (grauwe-, steppe- en bruine kiekendief). Ze vliegen vrij ver over de kruin van het gebergte. Gelukkig hebben we het geoefende oog en specifieke roofvogelkennis van Bas om de mannetjes van de juveniele en de juveniele van de vrouwtjes te onderscheiden. Enkele wielewalen vliegen voorbij en wat later vormt er zich een eerste “wolk” roofvogels (in het engels “kettle” genaamd). Op thermiek winnen ze hoogte boven de bergen om vervolgens zuidwaarts uit te zwermen. Het zijn nu hoofdzakelijk wespendieven die het gezelschap krijgen van zwarte wouwen. Zo goed als de ganse voormiddag zweven duizenden wespendieven, honderden zwarte wouwen met nu en dan een groep balkansperwers langs de bergflank. Een impressionante ervaring. Zware wolken vormen zich ondertussen boven de zwarte zee, de wind wakkert aan en plots krijgen we een ferme regenvlaag over ons heen. De trek valt volledig stil.
Wespendieven en zwarte wouwen komen schuilen in de boomtoppen rond de telpost. Beschermt tegen de regen onder het afdak, kunnen we nu de vele roofvogels van nabij spotten in de toppen van de ons omringende bomen. Na een goed halfuur stopt de hevige regen en komt de zon ons opwarmen vanachter de wolken. Het is de start van de namiddag trek, nog impressionanter dan deze voormiddag. De ene wolk roofvogels na de andere vormt zich boven de berghelling. Vele honderden roofvogels stijgen in rondjes op de thermiek om dan, eens hoog genoeg, zuidwaarts weg te glijden. Boven zee komen er ondertussen ook enkele visarenden voorbijgevlogen.
De jagers in de vallei zijn ook van de partij. Regelmatig horen we geweerschoten knallen. De roofvogel jacht is de nationale sport van de lokale bevolking.
Niet alleen de roofvogels maken gebruik van de Batumi “bottleneck”. Groepjes bijeneters vliegen regelmatig over de telpost. Een aantal scharrelaars laten hun mooi blauw verenkleed zien in de zon als ze door de vallei vliegen. Grote aantallen zwaluwen (oever-, huis- en boerenzwaluw) vliegen continu over ons heen en regelmatig zien we gele kwikstaarten en ortolanen voorbijkomen. Plots scheert een slechtvalk rakelings over ons. Een van ons heeft hem op foto kunnen nemen en blijkt een boomvalk te zijn, maar die zo groot als een slechtvalk oogt door een te grote prooi die de boomvalk tussen zijn klauwen houdt!
Onze eerste Batumi dag mag geslaagd genoemd worden. De trektelpost rapporteert die dag onder meer 18.000 wespendieven, 400 zwarte wouwen en 100 grauwe kiekendieven.
Maandag 4/9 - Telpost 2, Shuamta
Vandaag staat telpost 2, Shuamta, (41°42’12.75”N - 41°46’47.52”E). op het programma. In vogelvlucht zo’n 4 km van onze guesthouse, maar langs het kronkelende bergpad een 11 km verder. Langzaam stijgt ons busje langs het hobbelig pad. Na 3/4 uur rijden rest ons nog een steile wandeling naar de telpost. We worden opnieuw verwelkomd door wolken wespendieven en zwart wouwen. De ganse voormiddag vormen zich hoog boven de bergwand « kettles » of wolken roofvogels, opstijgend op thermiek om dan in groepjes van 10 tot 20 vogels uit te zwermen, richting zuid.
Balkansperwers, grauwe, steppe en bruine kiekendieven mengen zich regelmatig met de onophoudelijke sliert wespendieven en zwarte wouwen. De juveniele en vrouwtje steppekiekendief zijn som moeilijk te onderscheiden van hun grauwe soortgenoten. Op de telpost worden deze vogels dan geteld als Montpalls (of Montagu’s Harrier, grauwe kiekendief of Pallied Harrier, steppekiekendief). Ondertussen worden we onophoudelijk getrakteerd op het rollend “prrriwiet, prrriwiet” van de vele bijeneters die voortdurend in groepjes van 20 tot 30 exemplaren laag over de telpost vliegen.
In de vallei komen ook regelmatig groepjes zomertortel en groepjes scharrelaars voorbijgevlogen.
Een lokale familie heeft op de telpost een café-bar ingericht met versnaperingen, frisdrank en zelfs een lokaal bier dat zeBelgiumgenoemd hebben. Op de middag doen we ons tegoed aan een smeuïge warme kaastaart. Na de middag valt de trek wat stil. Maar de roofvogelspecialisten onder ons blijven wel bij de pinken. Een aasgier wordt door Koen gespot, Jasper ziet een juveniele zeearend, terwijl Bas ons de lokale steppebuizerds aanwijst om niet de dwergarend te vergeten die boven de vallei rondjes vliegt.
Dinsdag 5/09 - Kolkheti Nationaal Park
We worden, nog voor zonsondergang, gewekt door het klagend gehuil van de goudjakhalzen. Een meute goudjakhalzen zit in de vallei, dichtbij de guesthouse. Hun gehuil wordt beantwoord door het luide geblaf van de vele honden van de lokale inwoners. Geen wekker nodig om tijdig aan de ontbijttafel aan te schuiven.
Om 7:30 uur rijden we noordwaarts richting Putti. We volgen de kustlijn doorheen een relatief vlak landschap aan de voet van de kleine Kaukausus, met kleine maisvelden, afgezoomd met lage bomen en struiken of stroken met hoge grassen en wilde planten. Her en der ligt er een klein meertje waarop reigers foerageren. Na 3/4 uur rijden komen we aan bij het Kolkheti Nationaal Park aan Lake Paliastomi. We laten het meer rechts liggen en gaan het strand op om steltlopers en meeuwen te spotten (42°05’37.46 N 41°41’49.46”E). Het zwarte strand ligt bezaaid met bergen plastiekafval. Elke wat heviger westenwind drijft het plastiek en ander afval richting de stranden van Georgië. Op het strandgedeelte dat ingericht is voor de lokale strandkloppers, ruimt de plaatselijke gemeentedienst het afval op. Wij gaan de andere kant op, richting riviermonding van de Malatakva rivier, die in feite de verbinding vormt tussen de Zwarte Zee en Lake Paliastomi. Tussen de plastieken flessen, metalen blikjes en houtafval, spotten we diverse soorten steltlopers: kleine plevier, kleine strandloper, bontbekplevier, Temmincks strandloper, bonte strandloper, regenwulp, krombekstrandloper, groenpootruiter, oeverloper, zilverplevier, drieteenstrandloper.
Langs de oever en in de bomen die de rivier afzomen zitten vele blauwe reigers, kleine en grote zilverreigers. We missen ook niets van de vogeltrek. Over het strand komen regelmatig groepjes wespendieven en zwarte wouwen overgevlogen. Een lokale zeearend zweeft ver weg boven de boomkruinen. In de lage struiken zitten vele gele kwikstaarten, enkele tapuiten en grauwe klauwieren. Op het einde van de landengte, waar de rivier de zee binnenvloeit zitten aalscholvers, kokmeeuwen, geelpootmeeuwen en enkele dwergmeeuwen. Witwangsternen en lachsternen houden hen gezelschap. De felle middagzon warmt het strand goed op. Goed bezweet, mede door de hoge luchtvochtigheid, beëindigen we onze wandeling en gaan we picknicken aan de oever van Lake Paliastomi, waar een lokale Georgiër een café-bar ingericht heeft, naast een desolaat terrein met betonnen ruïnes die waarschijnlijk ooit dienst deed als militaire opslagplaats. Op een betonnen paal zit een kleine klauwier, die regelmatig opvliegt om een insect te vangen en terug neerstrijkt op een andere betonnen paal. Hoog in de lucht vliegen enkele ooievaars over. Op en rond het meer zitten aalscholvers, blauwe reigers, kleine zilverreigers en dwergmeeuwen. Twee scharrelaars laten zich ook opmerken.
Terug bij de guesthouse, kunnen we ook vanop het terras, met een fris biertje in de hand, de vele roofvogels goed waarnemen die zuidwaarts voorbijtrekken. De ene wespendief dicht voorbij scherend, de andere zwarte wouw hoog boven de bergwand, de bruine kiekendief diep in de vallei, een andere grauwe kiekendief vlak voor het terras, een dwergarend hoog in de lucht, kwetterende bijeneters vlak boven ons hoofd, … En zo blijft de trek maar voortduren tot schemerdonker.
We sluiten de avond af aan een opnieuw rijk gevulde tafel met talrijke Georgische gerechten, eigen gemaakte huiswijn, om niet de chatcha te vergeten, een jeneverachtig likeur dat de gastheer zelf in zijn kelder distilleert en onze glazen, met veel jolijt, er graag mee volschenkt.
Woensdag 6/09 - Trektelpost 1 Sakhalvasho
Vandaag beslissen we om de dag door te brengen op telpost 1. Het weerbericht voorspelt een zonnige dag met lichte bewolking. De stapelwolken blijven hangen over de bergtoppen terwijl de vallei en de telpost zelf in de zon baadt. Met dit weerscenario zouden de trekvogels lager moeten doorkomen. En dit blijkt inderdaad zo te zijn. De ganse dag krijgen we het fenomenale natuurschouwspel van “wolken” roofvogels die zich vormen boven de vallei om dan uit te zwermen en boven en rond de telpost over te vliegen. Het blijkt een topdag te zijn: s’avonds lezen we op www.trektellen.org dat de telpost 77.700 wespendieven geteld heeft. Maar ook zwarte wouw (9.886 exemplaren), grauwe/steppekiekendieven (203 exemplaren), dwergarend (130 exemplaren), bruine kiekendieven (131 exemplaren) zijn in grote aantallen gespot. Verder vlogen over: zwarte ooievaar, ooievaar, visarend, aziatische wespendief, slangenarend, aasgier, schreeuwarend, steppebuizerd, slechtvalk. Maar ook andere vogels, die door BRC niet geteld worden, zijn talrijk aanwezig zoals de vele bijeneters, zwaluwen, scharrelaars, … Gewoonweg een onvergetelijke en schitterende vogeldag. En om het te zeggen met de woorden van de enthousiaste tellers: BOOM, THIS IS BATUMI. We have no words to describe a perfect day like today, … Come to Batumi and experience this in a lifetime.
Donderdag 7/09 - Chorokhi rivier
Het weerbericht had zware regenval voorzien voor de voorbije nacht. Bij regen gaan de vele zangvogels die s’nachts trekken, schuilen in de lage bosjes en struikgewas. Ideaal dus om langs de riviermonding van de Chorokhi rivier(41°35’10.77”N 41°34’05.11”E), zangvogels te gaan spotten in de vele bosjes, ruigtes en lage struiken. Maar geen druppel water is er s’nacht gevallen. Toch besluiten we de regio van de Chorokhi rivier te verkennen en rijden we ondertussen doorheen Batumi richting Chorokhi rivier onder een mooie ochtendzon. We starten onze wandeling in een uitgestrekte grasvlakte aan de linkeroever van de rivier, bezaaid met struikjes en kleine bomen. Er grazen koeien en paarden die het gras kort houden. Al vlug spotten we een hop in het gezelschap van enkele bonte kraaien. Rondom een oud vervallen gebouw zitten enkele huismussen en witte kwikstaarten, maar één vogel krijgt onze aandacht. Een groene bijeneter trekt wat rondjes rond het gebouw en landt uiteindelijk in een boompje en laat zich vandaar goed waarnemen. We kruisen enkele norse jagers, die ons geen blik hunnen. Loslopende honden houden ons gedurende de volledige wandeling gezelschap. Op de grond foerageren verschillende tapuiten, in het lage struikgewas zitten enkele paapjes terwijl een duinpieper vanop een aarden heuveltje de vlakte overschouwt. Grauwe klauwieren zitten talrijk, verspreid over de vlakte, op uitstekende takjes van de struiken, op de loer naar kevers, sprinkhanen, muizen en andere kleine dieren.
Ondertussen blijven de wespendieven, bruine, grauwe/steppe kiekendieven en zwarte wouwen ook hier overvliegen. Een groep purperreigers vliegt in formatie over. Een schreeuwarend komt aangevlogen en land wat verder in de grasvlakte. Regelmatig spotten we ook blauwe reiger, zwarte ooievaar en ooievaar, die hoog boven ons voorbij trekken. Gedurende de ganse wandeling horen we de bijeneters in de lucht hangen. Soms komen ze in groepjes van 20 tot 30 exemplaren wat lager overgevlogen en laten zich goed spotten met hun typisch vliegprofiel. Groepjes gele kwikstaarten scheren ook met regelmatige tussenpauze over ons heen. Voor het met keien bezaaide strand liggen enkel poelen waarin talrijk kikkers zwemmen en diverse libellen rondvliegen. De ideale biotoop voor de ralreigers die her en der in de lage bomen zitten te roesten of overvliegen.
Na een gezellige picknick op het keienstrand, in gezelschap van overvliegende geelpootmeeuwen, dwergmeeuwen, kokmeeuwen en sternen, zet de groep de wandeling verder langs het keienstrand, richting de riviermonding, waar ze steltlopers spotten, enkele futen en kuifduiker, ralreigers, ijsvogel. Ikzelf blijf wat rondhangen rond de picknickplaats om rustig wat foto’s te maken van laag overvliegende vogels zoals bruine kiekendief en ralreiger. Meerkikkers blijven rustig in het water, waterjuffers zweven over de poeltjes en laten zich allen gemakkelijk fotograferen. Grauwe klauwieren en zelfs een sperwervrouwtje komen naar de fotoshoot.
Ondertussen komen donkere onweerswolken van over de zee onze richting uit. We zijn net terug bij ons busje om aan een pletsende stortregen te ontsnappen. We sluiten een alweer geslaagde vogeldag af bij valavond op ons balkon, met een, as usual inmiddels, lokaal fris biertjes, om nog enkele late trekvogels te spotten.
Vrijdag 8/09 - Batumi - Stadsbezoek Batumi
Deze nacht heeft het flink geregend. Naar verwachting zullen de s’nachts trekkende zangvogels hun trektocht onderbroken hebben en neergedaald zijn in bomen en struiken in afwachting van beter trekweer. We maken een ochtendwandeling in een uitgestrekt stadspark van Batumi gelegen langs de zee. Hoge bomen wisselen af met lagere struiken met nu en dan een kort gemaaid grasveld.
In de hoge bomen zoeken we bijzondere soorten zoals een nachtzwaluw of dwergooruil, maar tevergeefs. In de lage struiken zit wel wat: naast de vele stadsduiven, bonte kraaien en huismussen spotten we hop, grauwe klauwier, groene fitis, braamsluiper, zwartkop, gekraagde roodstaart en zelfs een grote karekiet (die pas later bij het scrollen van de foto’s ontdekt wordt als zijnde een grote karekiet). Boven zee trekken blauwe reigers zuidwaarts. Geelpootmeeuwen en aalscholvers roesten her en daar op zeepaaltjes en andere zeeboeien. We treffen zelfs een dood exemplaar van Yelkouan pijlstormvogel aan. Na een koffiepauze op een terrasje aan de haven, rijden we naar de monding van de Chorokhi rivier, deze keer aan de rechteroever. Op het keienstrand nuttigen we onze picknick in gezelschap van ralreigers, ijsvogels, vele honderden geelpootmeeuwen. De wind begint harder te waaien en wordt de zee onstuimiger. Vele trekvogels worden van zee richting kustlijn geblazen. Talrijke bruine kiekendieven en enkele grauwe kiekendieven onderbreken hun trek en komen over land gevlogen. witwang- en witvleugelsternen vliegen, laag over de golven, voorbij. Boven de bergwand spotten we een grote groep vogels. Zo’n 110 vorkstaartplevieren dalen af naar de riviermonding en landen tussen de vele geelpootmeeuwen. Na een korte aarzeling beslissen ze weer verder te trekken. Ondertussen komen een 10tal kluten mooi op een rijtje voorbijgevlogen. We turen de zee af en zien nog Yelkouan pijlstormvogel, kemphaan, oeverloper en kleine strandloper. Vanuit zee komt een valkachtige vogel aangevlogen recht onze richting uit. Tot onze verbazing scheert een nachtzwaluw een meter boven ons hoofd en duikt het bosje in achter ons. Gewoonweg geweldig.
Ondertussen heeft de westenwind ook zware wolken naar de kust gedreven. Een heftige pletsbui doet ons schuilen in ons busjes. Eens de regenvlaag voorbij, begeven we ons terug naar het strand. Met de regen is ook de wind weg. Boven zee valt niet veel meer te bespeuren. Wel laten zich drie dolfijnen met regelmaat zien. Op en rond de riviermonding spotten we nog talrijke water- en andere vogels om de dag mooi af te sluiten: fuut, geoorde fuut, dodaars, waterhoen, blauw reiger, ralreiger, ijsvogel, bonte strandloper, bontbekplevier, steenloper, oeverloper, aalscholver, kokmeeuwen en de vele honderden geelpootmeeuwen.
Zaterdag 9/09 – Batumi Botanical Garden
Voor de laatste dag staat een bezoek aan de botanische tuin van Batumi op het programma. De roofvogels stellen dit bezoek evenwel uit. We blijven gekluisterd op ons balkonterras om de vele overvliegende roofvogels te spotten, die dicht over onze guesthouse overvliegen: wespendief, zwarte wouw, torenvalk, kleine torenvalk, bruine-, grauwe- en steppekiekendief, balkansperwer, dwergarend. Ook de andere overtrekkende vogels blijven niet onopgemerkt: wielewaal, zomertortel, scharrelaar, bijeneter, oeverzwaluw, huiszwaluw, boerenzwaluw, koolmees, bonte kraai, gele kwikstaart.
Een flinke regenbui doet de trek ophouden. Tijd om ons gepland bezoek aan Batumi Botanical Garden te starten. In de verte boven zee zien we een blauwe hemel, hetgeen ons hoop geeft op een zonnige ochtendwandeling. Aangekomen aan het meer dan 100 hectare grote botanische park (41°41’31.72”N - 41°42’26.25”E), blijft de regen met emmers uit de hemel vallen. Na een tiental minuten schuilen onder de parasols van de vele eetkraampjes, is de regen wat geluwd en starten we onze wandeling. Met een hoogteverschil van 0 tot 200 meter gaat het pad omhoog en omlaag. Nu en dan krijgen we een verzicht over zee. Tussen 2 regenbuien door zien we de trekvogels op ooghoogte over zee vliegen: blauwe reigers, purperreigers, aalscholvers in V-formatie, samen met de vele wespendieven, zwarte wouwen, bruine- grauwe en steppekiekendieven die over de zee langs vliegen. Het plezier is van korte duur. Met een nieuwe nog hevigere regenbui verdwijnen de trekvogels opnieuw. In de pletsende regen zetten we de wandeling verder. Deze botanische tuin is een geschikte plaats waar wel eens een Turkse boomklever kan gespot worden. Door de hevige regen is er evenwel weinig vogelleven te bespeuren. Maar enkelen onder ons hebben de begeerde Turkse boomklever die dag toch wel kunnen spotten. Na een goed beregende picknick, zitten we doorweekt in ons busje, terug naar onze guesthouse.
Deze laatste namiddag van onze Batumi reis brengen we door op het terras van de guesthouse, Het is inmiddels opgehouden met regen en bij de eerste zonnestraal komt de vogeltrek alweer op gang. Als afsluiter van een geslaagde vogelreis, kunnen we nog een laatste maal de vele roofvogels en andere trekvogels zien voorbijvliegen.